Henk J. van Baalen
Nöölklieren en andere verhalen (1987)
Henk J. van Baalen
Wie regelmatig met vooral oudere Deventenaren spreekt, hoort veelvuldig verhalen die te maken hebben met grappige voorvallen uit de rijke historie van de stad. Het verzamelen van deze anekdotes leek een goede gedachte, opdat voor het nageslacht de petit-histoire bewaard wordt.
H.J.E. van Beek heeft in "Dèventer vrogger en noe" op onnavolgbare wijze een portret van de stad Deventer geschilderd, waarin rijkelijk o.a.
aan de stadstypen aandacht wordt geschonken. De grote waarde van deze uitgave als spiegel van de verleden tijd blijkt o.m. uit de vele
herdrukken die de gebundelde krantenverhaaltjes in boekvorm beleefden.
Ook Herman Korteling heeft in zijn cultuurhistorisch werk "Deventer bij gaslicht" fraaie verhalen verteld over Deventers ingezetenen en hun
eigenaardigheden op vaak humoristische wijze uiteengezet.
Beide boeken, "Dèventer vrogger en noe" en "Deventer bij gaslicht" hebben een aantal anekdotes opgeleverd die voor deze bundel Nöölklieren
zijn bewerkt. Verder zijn een aantal anekdotes geïnspireerd op verhalen uit de bundel "Deventer Plantsoenontmoetingen" van de Deventer
politieagent C.W. Kusters (1896-1965). Dit alleraardigst boekwerkje, een gebundeld aantal verhalen dat destijds in de Deventer Post is
verschenen, is in beperkte oplage in familiekring uitgegeven en getuigt van wijsheid door gerelativeerde kijk op de dingen van alle dag
verguld met de nodige humor.
Het overgrote deel van de verhalen uit Nöölklieren is niet afkomstig uit boeken, maar vindt haar oorsprong in café's en familiebijeenkomsten waar soms al generaties lang verhalen worden verteld. Het is vanzelfsprekend dat de fantasie de schrijver van Nöölklieren enorm behulpzaam is geweest bij het samenstellen. Moge velen Nöölklieren met een glimlach lezen.